Eindterm
De kandidaat kan met behulp van de concepten energiestroom, kringloop, dynamiek en evenwicht ten minste in contexten op het gebied van duurzaamheid verklaren op welke wijze ecosystemen zichzelf reguleren;
de kandidaat kan beargumenteren welke effecten op kunnen treden als zelfregulatie van ecosystemen en het systeem Aarde wordt verstoord, en kan beargumenteren met welke maatregelen de mens zelfregulatie van ecosystemen en het systeem Aarde kan beïnvloeden.
B8.1 Energiestroom
Specificatie
De kandidaat kan in een context:
- energiestromen in een ecosysteem beschrijven, toelichten welke factoren daarop van invloed zijn en uitleggen wat oorzaken en gevolgen zijn van verstoring;
- modellen van energiestromen beschrijven en uitleggen welke processen en organismen daarin een
rol spelen;
- beargumenteren met welke maatregelen de mens energiestromen kan beïnvloeden.
Deelconcepten
producent, consument, reducent, trofische niveaus, foto- en chemo-autotroof, heterotroof, (an)organische stoffen, BPP, NPP, productiviteit, fossiele brandstof, biobrandstof, biomassa
B8.2 Kringloop
Specificatie
De kandidaat kan in een context:
- de rol uitleggen van producenten, consumenten en reducenten in de kringlopen van koolstof en stikstof en de verbanden kwantificeren;
- kringlopen van elementen in een ecosysteem weergeven, toelichten welke factoren van invloed zijn op de verschillende stappen daarin en uitleggen wat oorzaken en gevolgen zijn van verstoring;
- beargumenteren met welke maatregelen de mens nutriëntenkringlopen en daarmee het systeem Aarde kan beïnvloeden.
Deelconcepten
fotosynthese, dissimilatie, (de)nitrificatie, ammonificatie, stikstofbinding, (an)organische stof, uitspoeling, eutrofiering, biomassa, broeikaseffect, broeikasgassen.
B8.3 Dynamiek en evenwicht
Specificatie
De kandidaat kan in een context:
- beschrijven wat onder een ecosysteem wordt verstaan en welke componenten daarvan deel uitmaken;
- uitleggen welke rol concurrentie binnen en tussen populaties speelt bij de dynamiek
(instandhouding en ontwikkeling) van een ecosysteem;
- uitleggen welke rol biotische en abiotische factoren spelen bij de dynamiek binnen een ecosysteem;
- beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelfregulatie van ecosystemen kan beïnvloeden.
Deelconcepten
niche, microklimaat, biodiversiteit, migratie, exoot.
Voorbeeldcontexten